Tuesday 29 May 2012

Wandelen en thuis zijn

Wat is thuiszijn eigenlijk. Ton Lemaire stelt dat je door te wandelen in de omgeving van je huis het meeste thuiskomt. Je stelt jezelf even buiten de voortrazende tijd en je maakt een rondje waarbij je je bewust bent van de kleine dingetjes om je heen. Dingetjes die klein zijn in vergelijking met de grote wereld. Dingetjes die in het dagelijkse doelgerichte bestaan geen nut of waarde hebben, maar buiten de tijd een intrinsieke waarde hebben.
Juist door te wandelen kom je thuis.

Tuesday 15 May 2012

Voortgedreven door een onrust, een dwang tot maken van nieuwe dingen. Een leegte als het niet lukt. Verslaafd aan creativiteit. En een ontevredenheid. De gedachte dat anderen betere mooiere en originelere dingen maken. Creativiteit maakt even gelukkig, maar de aandrang tot creativiteit kan heel ongelukkig maken. De depressieve kunstenaar. Hij droomt dat hij ooit iets fantastisch gaat maken, maar er komt niets uit zijn handen. Of alleen hapklare kunst voor het grote publiek, om zijn boterham te verdienen. Hij heeft daarmee het gevoel dat hij zijn ziel verkoopt.
Creativiteit is geen voorwaarde voor geluk. Het is leuk als je iets gemaakt hebt waar je zelf tevreden over bent. Nog leuker als anderen het ook waarderen. Maar het is een gelukkig moment.

Friday 4 May 2012

Georiënteerde herhaling en het creatieve authentieke individu

Ton Lemaire zet de Westerse Landschapsschilderkunst tegenover de Chinese. In het Chinese landschap is de mens nietig en ondergeschikt aan de natuur. Zoals de Westerse mens zichzelf tegenover de natuur positioneert, zo is de Chinees één met de natuur, valt er mee samen is er deel van.

Ton Lemaire stelt dat de Westerse mens de eenheid met de natuur op twee manieren probeert terug te veroveren. Enerzijds door via de wetenschap kennis op te doen van de natuur en anderzijds via de romantische kunst en via het wandelen een poging te doen om op te gaan in de natuur.

Lemaire brengt landschap en religie met elkaar in verband. Het landschap weerspiegelt de wijze waarop een cultuur zich tot de natuur verhoudt.

Heel kernachtig vat Lemaire in twee woorden samen waar Mircea Eliade een reeks zware boeken voor nodig had: Georiënteerde Herhaling. Georiënteerde herhaling is de wijze waarop een de vroege mens cultuur ontwikkelde en daarmee een stukje wilde natuur veroverde. Er werd een middelpunt, een oriëntatiepunt aangewezen, en rond dit middelpunt werden handelingen herhaald. Het meest duidelijk is natuurlijk de rituele dans rond een totempaal. Dat werden later ceremonies in tempels en kerken.

Door georiënteerde herhaling wisten culturen zich staande te houden in een vijandige omgeving en zich te ontwikkelen. Het merkwaardige is dat in het Westen, beginnend bij de Grieken, maar culminerend bij Nietsche, de georiënteerde herhaling in een slecht daglicht is komen te staan. De betovering van de herhaling is opgeheven en het centrum is geëxplodeerd. Er is geen oriëntantie meer en er is slechts een romantische heimwee naar de betoverde wereld. In games, films, reizen en natuur wordt even weer de betovering ervaren, maar het is geen bestaansvoorwaarde. De ontmanteling van centrum en herhaling wordt met grote tevredenheid als vooruitgang gezien. Deze ontwikkeling heeft gevolgen voor de waardering van menselijke eigenschappen. Het creatieve individu wordt geplaatst boven de slaafse massa.

Het is nu de norm om creatief en authentiek te zijn. Millenia lang wist de mens zich staande te houden in een vijandige omgeving door georiënteerde herhaling. Lemaire stelt dat de mensheid zich in een groot experiment begeeft door het middelpunt en de herhaling te verlaten. Misschien opent de mens hele nieuwe wijzen van bestaan in een eindeloze evolutie. Misschien neemt de natuur weer op hardhandige wijze terug wat probeert aan haar ritmes te ontsnappen.

De creatieve authentieke individuele mens is eenzaam en ontheemd in een stedelijke industriële en virtuele wereld. Om zichzelf terug te vinden en veilig te voelen is hij erg gesteld op zijn eigen huis. Dit wordt bevestigd door de enorme hoeveelheid schuttingen die rond de tuinen van huizen wordt gebouwd. Het is een verre schaduw van het aloude centrum, een stukje wildernis, dat veroverd is. Er is een stukje veiligheid gecreëerd temidden van de vijandige stadsjungle.

In het huis is men thuis. Daarin geschiedt opnieuw de georiënteerde herhaling: dagelijkse ritmes van eten, slapen, wonen, en steeds meer ook: (tele)werken. Om te kunnen overleven als creatief authentiek individu hebben we toch een bepaalde mate van vertrouwdheid nodig in de vorm van huis en haard.

Een belangrijk ingrediënt dat ons bestaan als creatief en authentiek individu bevestigt en zelfs misschien een grondvest geeft is de "reis". Als toerist verlaten we de veilige woonomgeving en gaan wij verre oorden bezoeken waar alles anders is. Wij gaan op avontuur. We stellen onszelf bloot aan de woeste natuur door op wandel of fietsvakantie te gaan, of we stellen ons open voor andere mensen die anders praten, denken en doen. We maken mooie fotos, we houden vakantieblogs bij en we delen onze belevenissen met vrienden via Facebook en Twitter. Door onze authentieke belevenissen te delen met vrienden bevestigen we onze individualiteit.

Tot zover, eerst verder lezen in het boek.

Saturday 14 April 2012

Landschap


Ik ben geen goeie voor de boekenbranche, want ik koop ongeveer één boek per jaar. En dit keer heb ik het boek niet gekocht, maar geleend: Filosofie van het landschap van Ton Lemaire. Ik begon er een beetje ballorig aan, omdat ik landschapsschilderkunst afgezaagd vond en het landschap een beetje als een soort vanelfsprekend decor beschouwde. Hoe kun je je vergissen!

De landschapsschilderkunst geeft feilloos weer hoe wij naar onze omgeving kijken. En hoe onze relatie met de werkelijkheid is. Ton Lemaire trekt paralellen tussen de ontwikkeling van landschapsschilderkunst en de ontwikkelingen in filosofie, psychologie, religie en wetenschap.
Heel sterk vind ik zij betoog over de splitsing die gekomen is in de wijze van van kijken naar de natuur.
Na de renaissance werd de natuur opgedeeld in ware natuur en schone natuur. De wetenschap bestrijkt het terrein van de ware natuur, de kunst bestudeert de schone natuur. En er onstaat spanning en zelfs vijandschap tussen die twee. Het beleven en schilderen van natuur is geen objectieve bezigheid, dus niet wetenschappelijk. Wetenschap sluit subjectieve gevoelens en dus kunstenaars uit. Kunstenaars gaan hun eigen gang.
Voor Staatsbosbeheer ben ik bezig geweest met een "landschapswaarderingskaart". Het gegeven dat je een landschap kunt waarderen is merkwaardig.
Er bestaat ook een belevingswaardekaart, gemaakt door Alterra.
Zo wordt getracht subjectiviteit te objectiveren...

Ik heb een grote voorkeur voor de landschappen van Dalí, Johfra, Willink en...Marten Toonder. De Bommel-landschappen zocht ik op in Ierland. Vandaag, tijdens het bezichtigen van de expositie van Jan de Kok werd ik me er bewust van dat ik destijds in Ierland niet de elfjes, kabouters, engelen en monsters zocht in de flarden mist. Integendeel, het landschap reflecteerde emoties in mijzelf, verlatenheid, eenzaamheid, doelloosheid, onzekerheid. En omdat ik mijn emoties in het landschap herkende voelde ik me er in thuis. De striemende regen op mijn gezicht reflecteerde de onrust in mijn hart.

Veel mensen vinden industriele landschappen lelijk, maar voor mij hebben ze dezelfde schoonheid als de moerassen in Ierland. Vooral als het oude vervallen industrie is, zoals in sommige steden in België. Of Bajkonoer in Kazachstan, vele kilometers vervallen ruimtevaartindustrie.

Mijn leven is nu gelukkig en vol van vreugde en liefde. En toch blijf ik de aantrekkingskracht van deze landschappen zien. Blijkbaar reflecteren ze nog steeds emoties die in mij levend aanwezig zijn.